1
Controleer of het faxtoestel is aangesloten op een stroombron en een werkende telefoonlijn.
2
Zet het faxapparaat aan en wacht tot het klaar is.
3
Maak een voorblad met de naam van de ontvanger, het faxnummer, jouw naam, telefoonnummer en een kort bericht.
4
Rangschik de documenten in de volgorde waarin je ze wilt ontvangen, met het voorblad bovenaan.
5
Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar boven of naar beneden in de invoerlade, afhankelijk van de specificaties van het apparaat.
6
Gebruik het toetsenblok om het faxnummer van de ontvanger te kiezen, inclusief eventuele net- of landcodes.
7
Druk op de knop "Verzenden" of "Faxen" om de verzending te starten.
8
Wacht tot het faxapparaat de documenten heeft gescand en verzonden. Het is mogelijk dat u tijdens dit proces faxtonen hoort.
9
Sommige faxapparaten drukken een bevestigingspagina af zodra de fax met succes is verzonden.
